Wandelen, altijd maar door

‘Zoals het de wandelaar vergaat, voor wie zijn wandeling geen einde vindt, omdat er achter elke kleiige duinenrij die hij heeft bereikt, nieuwe verten naar nieuwe kliffen lokken.’

Thomas Mann (uit: Jozef en zijn broers)

A night at the opera

Ja, dat was vanavond maar laat ik met vanochtend beginnen. Toen ben ik eerst -zo vroeg mogelijk- naar een afdeling in het Zwinger geweest waar een enorme collectie Europese schilderijen uit de 16e – 17e eeuw hangt: ‘Die Alte Meister’. Zalen vol met schilderijen uit Italië, Frankrijk, België / Nederland, Duitsland, Spanje….. het ging maar door.

Ook hier: kiezen, een land en dan ook nog misschien wel een zaal.

Na de ‘beroemde’ schilderijen bekeken te hebben, heb ik de Duitse afdeling uitgebreid bekeken, want daar ben ik nu.

Hier een die ik heel mooi vind.

Notaris Godsalve door Hans Holbein (detail)

En er hangt -natuurlijk- ook werk van Durer.

Bernard von Rensen

En een schilderij van Bernardo Bellotto, geboren in Venetië, gestorven in Warschau en schilderend in Dresden.

Dresden in 1748/49
En zo ziet het er nu uit

Na een lange wandeling langs de oevers van de Elbe heb ik nog wat in de oude binnenstad rondgelopen en moest me daarna klaarmaken voor de opera. Hiervoor heb ik een jurk meegenomen omdat ik hoorde dat het hier er nogal netjes, uitgaande aan toe gaat. En dat klopt! De tijd van smoking en lange jurk is voorbij, maar hier lopen ze er nog wel in en het zijn er niet een paar. Er liep een enkele dame in lange broek, maar dat was dan ook weer zo’n broek waar je eigenlijk niet zo veel in kon doen, behalve ermee naar de opera gaan dan.

De Semperopera

Het gebouw zelf is al een excursie waard. Het is in 1838 in neo Renaissance – Saksische stijl gebouwd. Na de 2e Wereldoorlog lag ook dit gebouw in puin, in 1985 was de reconstructie klaar.

Het plafond in de koepel is helemaal beschilderd. Hoofdzakelijk met romantische taferelen. Ik denk scènes uit opera’s. ( lijkt me logisch).

Detail van het plafond
Nog meer plafond, hier is nog net het woord ‘Beethoven’ te lezen

Letterlijk alles is versierd.

Duitsland en Faust…
‘Frau ohne Schatten’ van Richard Strauss

En hoe was de opera?

Dat zou je in dit prachtige gebouw waar zoveel te zien is bijna vergeten. Maar hij was prachtig. Ik vind het toch altijd een soort ‘totaal-theater’, prachtige zang, mooi orkest en dan die decors, schitterend!

En hier past het allemaal bij elkaar. Het is echt 1 geheel van die drie zelfstandige grootheden. (En ook nu is het geheel meer dan de som meer van de delen) De melodie van het orkest volgt het verhaal, beeldt het verhaal uit, ondersteunt het en is ook vaak zelfstandig. Soms lijkt het alsof er ‘twee orkesten’ zijn, het ene met lichte, mystieke klanken uit de ene wereld, het andere met duistere, zware tonen voor de gewone, arme wereld.

En de cello speelde soms tussen de bedrijven een prachtige, tedere solo.

Ik vond de solisten prachtig zingen. Altijd weer een raadsel hoe ze het op zo’n hoog niveau 3,5 uur zo goed volhouden.

De belangrijkste motieven in het verhaal zijn het verlangen naar een kind (‘Schatten’ betekent hier kind) en de mens die ‘versteent’ als hij in contact komt met de armoede en ellende van de gewone mensen. Het verhaal speelt zich in verschillende soms sprookjesachtige werelden af en zit vol met symbolen en commentaren uit de geesteswereld. Ik had het gelukkig voorbereid anders was het moeilijk te volgen. Ik kwam er niet toe de verhaallijn geboeid te volgen, maar ik kwam tenslotte voor de muziek en die was schitterend.

En ja ook hier gaat het zo keurige, ietwat stijve publiek uit het dak. Gelukkig niet na elk mooi gevonden deel, maar wel na het slot. Op hun manier dan, netjes.

ps volgend seizoen speelt de Nationale Opera ‘Frau ohne Schatten’ (April 2025)

Dresden

Ik ‘was in de buurt’, dus besloot ik ook enkele dagen hier, in Dresden door te brengen. Ik kwam gisteravond aan en was binnen een kwartier in mijn hotel.

Tja, de reis…… gelukkig adviseerde de eerste Duitse conductrice die mijn kaartje kwam kontroleren me de app van de Duitse spoorwegen op mijn telefoon te installeren, want na Keulen heb ik volgens een andere route in allerlei treinen gezeten maar niet meer in de door mij gereserveerde treinen. Ik had de avond voor vertrek nog een reiswijziging van de ns ontvangen, maar die was alweer uit de mogelijkheden verdwenen.

Mijn doel werd: ‘zitten in een trein richting Dresden’, de conducteurs keurden mijn kaartje goed, waarschijnlijk waren zij allang aan de situatie gewend en geldt nu bij controle ‘is er een kaartje, richting het doel van de reis’.

Binnen een kwartier was ik in het hotel, dit staat achter het Kulturpalast, een van de vele overblijfselen uit de DDR tijd.

Muurschildering

‘s Avonds heb ik nog een kleine wandeling in de buurt gemaakt.

Vandaag heb ik heerlijk ontbeten met dit prachtige uitzicht op de Frauenkirche.

De kerk is bij het bombardement in 1945 helemaal verwoest (net als bijna alles in Dresden), en is na de oorlog weer helemaal opgebouwd, ook nu weer is het ‘net als alles’ in de oude binnenstad.

Ter herinnering een laatste stuk ruïne
De muur van het Zwinger
De toegangspoort

Morgen meer ‘oude stad’, vandaag had ik zin om bij de geschiedenis wat dichterbij te zijn. Twee boeken die in Dresden spelen hebben veel indruk gemaakt, de dagboeken van Victor Klemperen (1933-1945 en 1945 – 1959) en ‘De Toren’ van Uwe Telkamp.

Na de oorlog zijn er geen plekken van Victor Klemperer meer om te bezoeken. Alleen de ‘Pragerstrasse’, hij beschrijft hoe hij hier liep nadat de eerste maatregelen tegen de Joden waren ingevoerd en er mensen waren die hun hoed voor hem afnamen. Deze straat bestaat nog steeds, maar is nu een brede winkelstraat met hoge flats.

En de Elbe, hier rende de inwoners naartoe toen hun stad in brand stond, ze sprongen, ongeacht de brandende olie die er opdreef, in het water omdat ze dachten daar veilig voor de vuurzee te zijn.

Klemperer overleefde de oorlog en besloot in Dresden te blijven wonen, ook toen het communistisch werd. In de latere dagboeken beschrijft hij hoe hij in Dresden bleef wonen en het regime aanvankelijk het voordeel van de twijfel gaf.

‘De Toren’ is in het boek de naam van de wijk waar Uwe Telkamp opgroeide en het verhaal zich afspeelt.

Zicht op Loschwitz

Ik heb thuis al jarenlang een beschrijving van een wandeling door deze wijk liggen, maar vergeten mee te nemen. In het toeristenbureau had de jonge medewerker nog nooit van Uwe Telkamp gehoord….. maar gelukkig hoorde een oudere vrouw van ons gesprek en gaf me de tip naar een boekwinkel onderaan de kabelbaan te gaan.

Het is een lange tocht door Dresden met een tram en een bus, het openbaar vervoer is hier goed zo blijkt. Zoals de hele wijk is de boekhandel mooi en oud. Het boekje met de wandeling is uitverkocht, maar ik kreeg veel tips.

Ik heb vanmiddag heerlijk in de zon door de wijk (vooral klimmend en dalend) gewandeld, met af en toe wat nevelige uitzichten op de Elbe en de bergen in de verte. Er staan hier prachtige oude huizen, ‘allemaal met hun eigen gezicht’ (zoals er in de boekwinkel gezegd werd) en er hadden nog meer beroemdheden gewoond, dus hieronder een kleine selectie.

‘Het huisje van Schiller ‘
Het huis waar Frank Kafka en Thomas Mann in Dresden verbleven
Het ouderlijk huis in Der Turm

Overigens, in de DDR tijd woonde hier dus niet 1 familie. Er woonden vaak veel families elk in 2 kamers en de keuken en de wc moest gedeeld worden.

Stijl naar beneden

De oudste kabelbaan ter wereld (zegt men)

Het boek eindigt met de eerste grote protesten tegen het regime waarmee in 1989 Die Wende begon. Ze worden bij het station tegen gehouden door militairen. De moeder van Christiaan -de hoofdpersoon- loopt voorop. In de gevechten die ontstaan komt ze tegenover haar zoon te staan die als dienstplichtige door het regime is ingezet. Hij wist niets van haar mening, haar meedoen met de demonstraties.

Gedenksteen bij het station

Zo ging dat toen. Moeder en zoon wisten niets van elkaars mening, bang voor verraad, onderdrukking, moeder en zoon.

Het zit er bijna op

Gisteravond ben ik hier, weer in Chennai aangekomen en overmorgen vertrek ik (als alles goed gaat) weer naar huis.

Vandaag, 20 januari heb ik (hoofdzakelijk via de metro) wat rondgekeken in de stad en geprobeerd nog wat spullen te kopen. Maar ja……al reizende zie je de mooiste kleren; alweer een idee! En nog een! Het ene nog leuker dan het andere en ga dat maar eens zoeken in deze enorme stad, dat is dus compleet onbegonnen werk.

Ik belandde eerst in Spencer Palace, een enorm winkelcentrum, een beetje vergane glorie. Veel kasjmier handelaren die zich direct aan me vastklampten. Bij Fabindia (een betrouwbare winkel met kwaliteitsartikelen) wees het meisje naar de overkant.

Onderweg naar ‘de overkant’ bracht een tuktuk me naar Wild garden, een ontzettend duur, klein en beeldig complex met winkels en een restaurant in een tuin.

Tentoonstelling

Ik kwam eerst op een tentoonstelling met prachtige ontwerpen. Het ene nog kleurrijker en fantasievoller dan het andere.

Ook India

De kleren waren ook te koop en natuurlijk vond de verkoopster dat e.e.a. me beeldig zou staan, ik heb maar niet proberen uit te leggen dat bv de rose jas wat onhandig op de fiets in de storm, in de regen in Nederland zou zijn.

Verder lopend in het complex belandde ik in een winkel met prachtige kleren en dito prijzen. Hier ging ik gauw weg, want de kleren; de sjaals en de sieraden, het was allemaal beeldschoon. Beneden was een soort terras met uitzicht op een tropische tuin, daar heb ik een kopje echte cappuccino gedronken.

Maar geen Anna Paulowna boom

Dit blad herinnert me aan de Anna Paulowna boom, een boom op de hoek van de Biltstraat en de Berenkuil, een boom met prachtige bladeren. Er langs fietsende nam ik telkens wat (dacht ik) zaden mee, eerlijk gezegd ik plukte ze van de boom. Tot ik de bewoner tegenkwam die me vertelde dat het al de nieuwe knoppen voor het volgend jaar zijn die aan de uiteinden van de takken zitten, dus ik had niets aan mijn ‘zaden’. Maar ik kan de zaden wel bestellen en dat heb ik nu gedaan.

Uitzicht!

De ingang van deze Wild Garden is in een armoedige, smerige straat. De helft is opengebroken omdat de metro wordt uitgebreid. Er zitten bedelaars op straat, er lopen half verwilderde honden. De ingang wordt bewaakt door een gewapende portier (dat zie je hier heel vaak), ik kan (waarschijnlijk omdat ik een westerse toeriste ben) gewoon naar binnen lopen.

Dat zie je hier vaak, vanuit de metro (die gedeeltelijk boven de grond is) staat een prachtige flat met een tuin op het dak naast een krottenwijk die aan de rand van een smerig stinkend kanaal ligt.

Enorme tegenstellingen, heel erg rijk en heel erg arm, dicht naast elkaar met zo’n grote kloof ertussen.

In Pondicherry is de winkel van Fabindia enorm groot, zowel in Madurai als hier in de Spencer express is hij veel kleiner. Ik hoopte dat Fabindia ‘aan de overkant’ groter zou zijn. ‘Aan de overkant’ staat Expres Avenue, een enorm winkelcentrum met bijna alle winkels zoals we die ook in Nederland kennen. (Met dezelfde prijzen)

Beneden was een supermarkt waar ik natuurlijk wat rondsnuffelde.

Alles is druk in India, dus ook de opstelling in de supermarkt

Behalve de westerse merken zijn er ook nog traditionele winkels.

Ontwerper van bruidegoms kleding

En nu is het alweer zondagmorgen. Ik heb zojuist ingecheckt voor morgen, nog 1 dag te gaan!

Tirupati………haar

Ik had al eerder bemerkt dat er rond de tempels bij de pelgrims het haar wordt afgeschoren, maar nergens wordt zoveel geschoren als hier, in Tirupati. Het verhaal gaat dat door het scheren de zonden ‘verdwijnen’.

Dus zie je overal ‘versgeschoren’ kinderen en mannen. En soms een vrouw, maar veel minder. Ik denk dat die zuinig op hun vaak mooie lange haar zijn.

Maar ze zijn er wel

De tempel haalt zo 143 ton haar per jaar op en verkoopt dit op de internationale markt voor ruim £2 miljoen (dit bedrag is van de BBC, er gaan verschillende bedragen op het internet rond). Het haar wordt -ook in Nederland – gebruikt om pruiken van te maken.

Ik heb ooit een documentaire gezien waarin een vrouw haar haar (uit armoede) verkocht aan de tempel, maar ik denk dat dat een andere situatie is.

De tempel zelf besteedt het geld aan goede doelen.

De tempels hier zijn gewijd aan Vishnu, de god die de schepping in stand houdt en het evenwicht tussen goed en kwaad bewaakt. Waarom Vishnu? In dit Tamilland waar bijna alle tempels aan Shiva zijn gewijd? De koninklijke familie hier koos in de 13e Vishnu als beschermgod en de stad bereikte in de daarop volgende eeuwen een enorme rijkdom en zo werd Vishnu populair.

Ook hier moest ik de telefoon en schoenen inleveren, jammer geen foto’s van de prachtige en enorme tempels, maar wat een rust: geen ‘selfies’ met die witte vrouw, ik kon zomaar rondlopen.

Ik werd hierbij gecoached door de tuktukman, die me de weg wees. Ook adviseerde hij mij een ‘quick darshan’ kaartje te kopen (20 rsp), hiermee kon ik in een korte rij op weg naar de goden, in dit geval dus de beelden van Vishnu. Op het einde voegde onze quick rij zich bij de erg lange niet betalende rij en werd het toch nog een enorm gedrang. Bij alle beelden staat weer een brahmaan die zegent en geld int. Zo fluisterde er een me ‘donation’ toe en kneep in mijn arm (gelukkig alleen mijn arm, want wat doe je als zo’n man je tussen al die mensen je ergens anders knijpt?)

Na de puja, met het teken van Vishnu op het hoofd

Het blijft indrukwekkend door die eeuwenoude gangen (met prachtig beeldhouwwerk) naar een verlicht kapel op het einde te gaan waar het beeld van de god je aankijkt. ‘Het evenwicht tussen goed en kwaad’ – krachten die wij mensen allemaal in ons hebben, en vaak is er van evenwicht niet veel sprake.

En je krijgt dus het teken van Vishnu op het hoofd. Nadat ik alle kapellen had bezocht, kreeg ik weer prasad, een hapje. Dit keer gekruide rijst.

In de tweede tempel ging alles weer op dezelfde manier, en hier stond weliswaar zo maar buiten, zonder priester en een beetje verwaarloosd een beeld van Ganesh.

Ganesh is de god van wijsheid en kennis, hier afgedankt?

Avatars

Vishnu heeft 10 avatars, incarnaties, waaronder Krishna, Ram en Boeddha. Deze zijn op de toegangspoort afgebeeld en er staan ook prachtige beelden van hen in een lange rij na binnenkomst.

Het heilige der heilige heeft altijd een gouden dak

Na de rondgang in de tweede tempel kon ik met mijn kaartje van wederom de ‘quick darshan’ (hier 5 rsp) een soort zoete bal en een hapje gekookte rijst halen.

Ik vind dat een mooi principe, iets te eten krijgen na de rondgang. In andere tempels maakte ik ook eens mee dat de mensen voor de tempel iets om te offeren konden kopen, dit bij de goden offerden, waarna het op het einde van de rondgang door een priester weer werd uitgedeeld.

En weer een ander principe

En dan viel mijn oog ook op dit bordje, prachtig om de dharma (hier de kosmische wet waarop de werkelijkheid rust -ik zeg het even in een wel heel korte zin -) te beschermen, en die Hindu dharma te beschermen tegen de westerse cuture? (Er staan vaker spelfouten op Engelse teksten), of is het geen spelfout maar wordt couture bedoeld?

En zo rol ik de moderne tijd in

Met alle ge- en ongemakken erbij

The sleeper

Ik stond gisteren natuurlijk om kwart over zeven al (en dus veel te vroeg) op het station. Aan de overkant stond een trein, ik had uitzicht op de ‘sleeper’. Dat is een coupé voor zes mensen met twee keer drie bedden om te slapen. Want de reis duurt meestal lang in deze trein, hij legt enorme afstanden af, loopt altijd veel vertraging op en heel vaak begint de reis ook ‘ ‘s nachts.

Bij het zien van die trein stond ik te mijmeren, de vorige keren reisde ik vaak met de sleeper, erg leuk (als je er net in bent) en na een poosje dodelijk vermoeiend, want je zit/ligt voortdurend in the picture en geen deur om dicht te doen. Altijd contact! En altijd druk!

Hoe zou dat nu zijn in the sleeper te reizen? Het was altijd zo verschrikkelijk vermoeiend, hoe zou ik er nu uitkomen?

Voor deze reis kon ik mijn treinkaartje thuis al kopen, en ik had eigenlijk alleen maar gekeken welke trein overdag reed, zodat ik er niet in ‘hoefde’ te slapen.

Het was een enorme sprong qua reis-comfort. Had ik de vorige keer al in de 1e klas kunnen reizen (en slapen), 4 personen – dus 4 bedden, met een lakentje en kussen en met een coupe deur die dicht kon, nu bleek ik voor de allernieuwste trein een kaartje gekocht te hebben.

De beste trein ooit

De mannen met een rode tulband en/of rood jasje zijn dragers, ook nu stond er al 1 klaar toen ik me met mijn postcodeloterij koffertje en rugzakje uit de tuk tuk wurmde,

Deze dragers brengen je met bagage helemaal tot aan je zitplaats. Ik had geen drager nodig, deze man duidelijk wel.

De trein kwam precies op tijd binnen, het bleek de aller modernste trein van India te zijn. Ik had een heerlijke zitplaats (waarbij die van de Thalys naar Parijs verbleekt) en de trein haalde op topsnelheid 120 km per uur. Ik kreeg een flesje water, een krantje en

Een heerlijk ontbijtje

En ondertussen ging het landschap daarbuiten aan me voorbij.

De trein reed dus precies op tijd (meneer Koolmees) het station van Chennai binnen.

En in het hotel aangekomen begon ‘de ellende’ (viel uiteindelijk wel mee), want toen had ik weer wifi. Mijn vlucht van die nacht was geannuleerd ivm het weer. Nederland heeft sneeuw, India heeft smog, of mist, geen idee wat het is, maar het zicht is beperkt. Al dagen trouwens en in het hele land worden vluchten geannuleerd. Als alternatief was er wel een nieuwe vlucht mogelijk, via Bangalore met 10 uur overstaptijd.

Ik had toch al mijn twijfels over de komende dagen, vond dat ik ‘teveel wilde’ en bleef soms liever hier in het zuiden dus besloot ik alles maar te annuleren en hier nog een allerlaatste tempel te gaan bezoeken.

Met de metro naar het busstation
Onderweg

Het was druk in de bus, de volgende foto heb ik gemaakt ivm het mutsje dat je hier wel vaker ziet. En telkens vraag ik me af waarom draagt men een mutsje? is het de kou? (Het is hier rond de 30 graden), is het een mode?

Die mondkapjes begrijp ik wel

Die mutsjes zijn dus echt erg. En allemaal volgens eenzelfde patroon, wie heeft ze dat patroon in vredesnaam aangeleerd?

En nu zit ik dus in Tirupati met een tempel op een berg, een tempel die door de smog of mist nauwelijks te zien is.

Morgen dus de berg op, naar de tempel!

Lazy Sunday in Madurai

Bij de allereerste plannen voor deze reis wilde ik op een veerboot van Sri Lanka naar Rameshwaram varen. Ooit voer er een boot, maar door de burgeroorlog in Sri Lanka (alweer lang geleden) is deze veerboot opgeheven. Op het internet kon ik geen mogelijkheid vinden, er ging nog steeds geen boot, en toen veranderden de plannen helemaal.

Maar ik wilde wel naar Rameshwaram, en ik had deze dag gepland om er met een taxi heen te gaan. Uiteindelijk had ik geen zin om 2×3 uur in een auto te zitten en heb ik het hele plan maar laten varen.

Daarom een heerlijke luie dag in Madurai. Allereerst stond het Gandhi museum op mijn lijstje.

En dit was dicht

Naast dit museum is een museum over Tamil Nadu.

Dit museum is ‘breed’ opgezet

Hierna wilde ik gaan lopen naar ‘een kerk’ (ik had de dichtst bijzijnde opgezocht). En dan loop je toch weer door armoedige, arme straten met in hoeken hopen vuilnis (waar honden en koeien nog wat te eten uit zoeken) en troep, allemaal troep op straat.

En daar is altijd iets te koop

In de kerk werd zojuist een dienst gehouden (Een beeld van Maria had ook een sari aan), en naast de kerk was een school, zondags stil verlaten en ik kon me niet beheersen er een kijkje te nemen.

Zicht op het plein

Dit is een zgn ‘achterstandsschool’, op een bord bij de ingang stond ‘government aided minority school’.

Een lokaal

De school had 44 groepslokalen en 2 computerruimten. Ik zag de kinderen voor me, die ‘s ochtends in hun schooluniformen met een volle rugzak vol goede moed, vol hoop hier naar school gaan. En ik dacht aan de achterstand die ze moeten inhalen. Een bijna onmogelijke opgave. Ik dacht aan de lokalen in Nederland, alle kinderen een iPad, een digi bord voor in de klas. En hoe zouden de privé scholen hier zijn ingericht? Je ziet nog steeds heel veel armoede, allemaal mensen die ‘bij de dag’ overleven. Die komen dus nooit uit hun situatie.

Er is een enorme trek naar de grote stad en geen werk voor iedereen. En toch is er de laatste jaren een midden klasse ontstaan, een groep die nog steeds groeit. Aan de randen van de grote steden verrijzen enorme wijken met flatgebouwen.

Hierna ben ik gaan lunchen en voordat ik over dit top restaurant Sree Sabarees verder ga….. wat laten de emigranten die naar bv het westen gaan allemaal achter. In Utrecht woont een grote groep welgestelde Indiërs, modern gekleed, waarschijnlijk werkend in de it. En toch ook bij hen: wat laten ze allemaal achter? De tentjes met thee en koffie overal, het gemak waarmee je een tuktuk neemt (voor hen sowieso al dat personeel dat hier zo goedkoop is) en dat zalige eten, zo geraffineerd gekruid, en dan die keuze.

En die groep in Utrecht heeft het goed, en toch. Zoals ik me hier met een dikke portemonnee in een veilige ‘wolk’ kan verplaatsen, waarbij ik vaak niets begrijp van wat er nu weer gebeurt, of gezegd wordt, of bedoeld wordt…….. Hoe moet een illegale immigrant uit bv Pakistan (ik denk redelijk vergelijkbaar met India) zich in vredesnaam een plek vinden in Nederland. Wat laat die allemaal achter en wat moet die allemaal zich eigen maken om een plek te hebben? Alweer een bijna onoverbrugbare kloof.

Daar zit ik dus aan te denken op weg naar Sree Sarabees, dit restaurant is eenvoudig en altijd vol. Op de parkeerplaats staat het vol met poenige witte auto’s en brommers. Iedereen is welkom, Er zit ‘van alles’ bij Sree Sarabees.

De start, het ziet er nog overzichtelijk uit

Ik had gisteren 14 bakjes, vandaag waren er 10 hapjes.

De dame van de papads

Zodra iets op dreigt te gaan, wordt het aangevuld. Hierbij heeft iedere bediende zijn of haar eigen hapjestaak.

Bakjes met de ‘soepjes’ en daarachter de grote pan met rijst

Ik kan nu gelukkig met een kleine hoofdbeweging ‘nee’ of ‘ja’ zeggen.

Het is eten en daarna vlug weer weg om plaats te maken voor de volgende, want er staan rijen. (Ik zo in mijn eentje werd bij een klein gezelschap aan tafel gezet)

Men eet hier met de hand, ik kreeg een lepel

Ik had ook nog een starter besteld, iets smet bloemkool, erwtjes en ? En moest dus vaak ‘nee’ bewegen met mijn hoofd. (Want het was weer veel te veel)

Ook dit weer zo heerlijk gekruid

Ondertussen kreeg ik andere buren

‘Special for the kids’

Hierna bracht de tuktuk me weer naar het hotel aan de andere kant van de stad. Hij reed speciaal voor mij langs een reuzenrad en zei ‘exhibition’. Ik antwoordde ‘beautiful’.

Morgen reis ik weer verder, tot ziens Madurai!

Madurai

Ik denk dat dit de laatste tempel is van deze reis, en ‘de foto deur’ blijft hier dicht. Om het maken van foto’s (van het heilige, van een olifant, van elkaar, ze maken hier in principe continue en van alles foto’s) tegen te gaan moet iedereen bij de ingang niet alleen de schoenen maar ook de telefoon inleveren. Ik laat ze daarom in het hotel achter en ga straks frank en vrij de tempel bezoeken. (Ik denk dat ik thuis nog wel foto’s heb van 20 jaar geleden en anders foto’s genoeg).

De berichten van de afgelopen week eens bekijkend zijn het wel erg veel tempels en tempeltorens, en er is nog veel meer in India, dus een mooie gelegenheid om dat te bekijken.

Gisteren ben ik hier in Madurai aangekomen en dat is weer terug in the big city. De bus reed non stop over een prima tolweg, National Highway no.6, dus geen zandweggetjes naar afgelegen dorpjes, of een tea stop.

Omdat ik hier 3 nachten blijf heb ik me op een fijn hotel (alweer met zwembad) getrakteerd. Gisteren ben ik ‘even’ langs het station gegaan om te kijken hoever dit is (20 minuten) en op welk perron ik moet zijn. Aan de stationmaster gevraagd of de trein veel delays heeft, ‘this one? Never!’ Ik blijf benieuwd. Maandag ga ik met de trein naar Chennai.

Dus ‘s middags gewapend met de camera en de telefoon naar de tempel, ik heb er 3x om heen gelopen op zoek naar ‘dat heerlijke restaurant’ (een tip), maar er zijn hoofdzakelijk juwelen- en bloemenwinkeltjes rond de tempel.

Wachtend tot ze naar binnen mogen

Maar ook hier verandert de tijd, vanochtend was er vrouwen-cricket op de tv: India tegen Australië. Gevolgd door een mannen wedstrijd India tegen Afghanistan. Een ander perspectief, wij zien Afghanistan hoofdzakelijk als het land dat sinds de Taliban weer terug is naar de middeleeuwen met vrouwenonderdrukking en armoede, hier spelen ze cricket in supermoderne pakjes. Maar wel alleen de Afghaanse mannen, dat wel.

En dan nog wat typische conversatie, hier in India:

‘Why is the temple closed?’ (vroeg ik enkele dagen geleden om half 5, terwijl hij om 4 uur open zou gaan). ‘Because it is not open.’

En het kan natuurlijk ook nog koud worden……

Wie weet

Schrik!

Even een kort bericht over de techniek, alweer……. Ik moet mijn abonnement op Microsoft nog betalen, dat zit gekoppeld aan de vorige creditcard, de account is gekoppeld aan mijn vorige telefoonnummer. Omdat ik mijn wachtwoord niet bij me heb kan ik de account niet veranderen. Een hopeloze contact oefening die ik alleen probeer……als ik me echt heel goed voel.

De kans bestaat dat sommige diensten zoals e-mail what’s app enz opeens door hen geblokkeerd worden.

Ik had al uit voorzorg alles geprint, dus mocht dit geval zich voordoen, tot maandag de 22ste.

Voorlopig ga ik door met alle internet zaken zolang het kan.

Doei………

En dit is/ was de dag

Ik ben in Tiruchirappalli, maar iedereen zegt Trichy. Het is donderdag 11 januari en ik slaap vannacht in hotel Breeze Residence. En breeze is het. Volgens het schermpje is de temperatuur 24 graden, maar daar geloof ik niets van want het is koud. Ik zit in een hoekje van de kamer waar de minste airco komt en luister ondertussen naar Indiase popmuziek. De airco wordt centraal geregeld en ik heb mijn fleece aan. Het fleece dat ik de hele tijd onder in de rugzak mee sleep en dat is bedoeld voor de terugkomst.

De Indiase pop is ter gelegenheid van de verjaardag van de plaatselijke leider van de congrespartij, hij viert zijn verjaardag aan het zwembad hier in dit hotel.

Als ik zo de aanwezigen bekijk: modern westers gekleed dan schiet me al gauw de overeenkomst met de pvda te binnen. Ik denk dat ook hier de congrespartij het contact met de gewone Indiër verloren heeft en dat ze ook geen duidelijk verhaal (of ze vertellen het niet goed) meer hebben.

Het conservatieve hindoe-nationalisme bloeit op. Over twee weken wordt de nieuwe tempel in Ayodhya door Modi geopend en het belooft de gebeurtenis van de eeuw te worden. ‘Wij hebben de tempel terug’, kopt de krant. Modi was premier van de staat Gujarat toen vandaar een groep hindoes optrok naar Ayodhya om de moskee af te breken. Want de moskee was (honderden jaren geleden) bovenop de resten van een Ramtempel gebouwd. Duizenden doden ten gevolg. En nu dus die nieuwe tempel als ‘symbool van onze natie’. De kranten staan er bol van.

En ik loop verwonderd door tempels waar men een levende olifant aanbidt, het beest is afgericht om met zijn slurf het hoofd van de gelovige ‘te zegenen’. De mensen staan er in aanbidding bij.

Inmiddels begeleidt er een tabla speler een prachtig sentimenteel lied en ik ga aan de beschrijving van deze dag beginnen.

Ik ben vanochtend naar het rock fort geweest, een ochtend weer vol met van die kleine gebeurtenissen die je overkomen als je in India bent.

Het Rock fort

Van een fort is geen sprake meer, de hele berg is door het geloof overgenomen en is tempel geworden. Overal, waar het maar kan zijn kleine kapelletjes gemaakt. Bij mijn aankomst moest ik 100 rupees betalen ‘voor de camera’, maar onderweg naar boven langs allerlei tempeltjes of heilige plaatsen mocht ik geen foto’s maken.

Alleen van het uitzicht, en dat is mooi

Toen ik weer terug beneden was kreeg ik wel een bananenblaadje met wat zoets (iets wat de gelovige op het einde van de rondgang krijgt). Ik zei nog ‘I am not a Hindu’ (om aan te geven dat ik niet in de tempel was geweest en dus geen ‘recht’ op iets zoets had) ‘nevermind’ zei de man, ‘this is for you’.

Even later werd ik op een samenzweerderige manier aangesproken ‘do you want to change euro’s’ – die heb ik dus niet bij me dus dat ging niet door. Vijf passen verder vroeg een man ‘Komst du aus Deutschland’ toen ik dit ontkende, Oostenrijk dan? Zwitserland? Hij woonde in Bremen en wilde in het Duits een praatje. Toen ik zei dat ik in Nederland woon, zei hij verheugd ‘dan sind wir Nachbarn!’

s’Middags ben ik in het zwembad gaan zwemmen. In het pierenbadje is zwemles, zowel de leraar als de jongetjes hebben een soort wetsuit aan, een badmuts en een duikbril op. Er was in het hele zwembad geen meisje te zien.

Hierna ben ik naar de tempel in Srirangam geweest. Een complex met in alle windstreken 4 torens, die ook nu weer moeilijk op de foto te zetten zijn. (en ze zijn zo mooi….)

De buitenste toren, deze is het hoogst en eenvoudig bewerkt

De tweede toren is al mooier

En na nog twee torens ben je bij het begin van de tempel. Hier moest ik de sandalen afgeven. Daar is vaak een apart loket voor. Hier stond een bord: ‘do not give your sandals here, you have to pay for it, come to my place, that’s free’. Onbegrijpelijk, waar is deze plaats dan? Uiteindelijk hoef je ook hier geen geld te betalen.

In de tempel is het allemaal interessant, vaak weer onbegrijpelijk en heb ik me weer door de stroom gelovigen laten leiden.

Weer dranghekken

In de hal van duizend pilaren

De paarden die de tempel ‘symbolisch’ beschermen

Voor Krishna

En als je een hoek omgaat is er altijd weer een onverwachts blik op zo’n mooie toren.

Het is nu inmiddels half 10 en bij het zwembad is het stil geworden. De airco blaast nog steeds veel te koude lucht uit en ik begin verkouden te worden. Morgen is er weer een dag.

Thanjavur

Thanjavur is de plaats van de ‘grote tempel’. Hij heeft weinig religieuze betekenis, is prachtig en enorm groot en staat op de werelderfgoed lijst, en dus is het heel druk.

De toegangspoorten

De tempel zelf is zo groot dat hij niet goed op een foto te zetten is.

Er is natuurlijk wel een ‘heilig binnenste’ met een lingam. Bij het naar binnengaan was het al druk (het was 10 voor 1 en de deur zou om 1 uur dichtgaan), maar binnen enkele minuten werd het vreselijk druk en begon iedereen te schreeuwen en raakten men in extase. Vlak voor de dranghekken om vielen kon ik het pand verlaten en zocht ik de rust op.

Het hele complex is weer door lange galerijen omsloten.

Met daarin

Prachtige frescoes op de muur

Met alweer lange rijen geslachtsdelen (van beide sexen).

En ook weer de dansende Shiva

Alles weer prachtig bewerkt

En dan weer vlug naar buiten

Het was hier druk en iedereen wilde weer op de foto. Ik voelde me bijna een soort Diana, achtervolgt door soms boze mensen als ik eens geen ‘selfie’ wilde.

Nandi blijft er onverstoorbaar onder

Dus maar vlug naar de veilige muren van het rustige hotel. Een hotel met een zwembad dit keer. Al bij het tweede baantje was ik alle irritatie kwijt en bij het derde baantje verdween het laatste beetje vermoeidheid. Ik besloot de rest van de middag in het zwembad te blijven.

Thanjavur heeft ook een museum. Door beide reisgidsen aangeprezen, dus de twijfel sloeg toe. Zou ik wel, zou ik niet gaan. Ik heb niets met ‘langs de kant van het zwembad liggen’ en aan de andere kant was het misschien wel eens goed, een keertje helemaal niets doen. Tenslotte, ik hoef niet alles te zien.

Nou ja, ik ben toch maar gegaan. En wat een prachtige beelden heb ik er gezien.

Het museum is in vreemde omstandigheid onder gebracht, het is namelijk onderdeel van het voormalig Koninklijk paleis. En dit paleis verkeert in ernstig vervallen staat.

Het is er een enorme puinhoop

Departement van archeologie

Maar als je doorzet kom je eerst in de Durban Hall.

Daarna loop je weer verder door de bouwval naar het volgende gebouw.

Ook hij heeft er weinig zin in

En kom je bij de ‘Art Gallery’. (Ook mijn gids gebruikt hier aanhalingstekens)

En wat een prachtige kunst staat hier. Het is 1 van de mooiste collecties bronzen en stenen beelden uit de 10e – 11e eeuw.

De dansende Krishna 1 en al geconcentreerde beweging

En tenslotte (voordat ik echt ga vervelen) Shiva als Heer van de dieren. Sensueel afgebeeld in een strakke lendedoek, met een tulband gemaakt van slangen. Een tijdloos, universeel beeld, je ziet de jongens hier (en ook bij ons) nog zo staan, een beetje gespeeld onverschillig en ook zelfverzekerd, met die benen zo gekruist en 1 hand op de heup.

‘Wie doet me wat’ (11e eeuw)

De beelden staan in een opgeknapte zaal van het paleis. Die beelden in die zaal…….het past niet echt bij elkaar. De man op het podium is een of andere lokale beroemdheid.

Deze man zat in de zaal, hij heeft er een functie, onduidelijk wat. Ik zei tegen hem ‘wat heerlijk om hier te mogen werken’. Hij beaamde dit en trok de tweede stoel bij en nodigde me uit te komen zitten. ‘Gewoon’ stil zitten en kijken.